De Munt / La Monnaie DE MUNT / LA MONNAIE

Met spaarzame middelen een verhaal te brengen dat recht op zijn doel af gaat…

Regisseur Laurent Pelly over ‘Don Pasquale’

Marie Mergeay
Leestijd
4 min.

Regisseur Laurent Pelly is deze decembermaand opnieuw in de Munt, ditmaal met Don Pasquale. Aan het eind van de zomer konden wij hem strikken voor een interview, enkele dagen voor zijn afreis naar Philadelphia waar hij in september een nieuwe productie voorstelde van Lucia di Lammermoor. Een gesprek helemaal gewijd aan Donizetti “komedie” en Donizetti “drama”.

Tussen Laurent Pelly en Donizetti lijkt het wel te klikken?

Ja, tussen Pelly en Donizetti “komedie” toch, want het is pas nu (in september 2018, nvdr) dat ik me in Philadelphia met Lucia di Lammermoor zal wagen aan Donizetti “drama”. De vier werken van Donizetti die ik tot nog toe regisseerde waren immers allemaal komedies: L’elisir d’amore, Don Pasquale, La fille du régiment en vorig jaar Viva la mamma. En als bij toeval worden al deze producties deze herfst hernomen: in oktober L’elisir d’amore in de Opéra Bastille, Viva la mamma in Genève, Don Pasquale in Brussel, Lucia in Wenen en eind dit seizoen La fille du régiment in Londen – een heel seizoen in het teken van Donizetti!

Bij Donizetti heeft elke noot, elk akkoord een dramaturgische betekenis, ze helpt het acteerspel en geeft de komedie pit.

Wat trekt u zo aan in dit repertoire?

Zeer zeker het genie van Donizetti in het komische genre – een genie dat te vergelijken valt met dat van Offenbach bijvoorbeeld. En Don Pasquale is zijn beste werk, het is een meesterwerk. Alles in de muziek dient de actie. Wanneer een werk als dit goed wordt "geïnterpreteerd", in alle betekenissen van dit woord, dan heeft de tijd er geen vat op... Het is een van de laatste werken die Donizetti maakte – hij was een mature man, fin de carrière – al kon hij dit zelf nog niet vermoeden. Een laat werk, zoals Falstaff voor Verdi of Don Quichotte voor Massenet. Don Pasquale is geen Falstaff of Don Quichotte, maar toch hebben deze personages iets gemeen: al deze oude mannen voelen een sterke levensdrang... Dat raakt me zeer. En bovendien is het brengen van een opera als Don Pasquale echt theater maken!

Is dit lastiger bij een herneming, met andere zangers?

Dat hangt echt van die zangers af: bij elke herneming moet je het werk met hen overdoen, je moet aan de personages werken in functie van de eigen persoonlijkheid van die zangers, hen voedsel aanreiken voor die personages… Als zij zich het verhaal niet eigen maken, is het al half mislukt... Je moet zangers hebben die over de noodzakelijke talenten beschikken, zoals je die nodig hebt voor de commedia dell’arte. Want de productie op zich is relatief eenvoudig: je hebt een doos met drie wanden, slechts enkele meubelen en enkele deuren die de zangers de mogelijkheid bieden om hun spel te spelen... Die doos zal omgedraaid worden - een duidelijke allusie op de wereld van een Don Pasquale die zwaar op de proef wordt gesteld. Ik hou vooral van de eenvoud van dit werk, de spaarzame middelen die ingezet worden om een verhaal te brengen dat recht op zijn doel af gaat. In Brussel zullen we kunnen beschikken over Michele Pertusi met wie ik reeds eerder heb gewerkt - maar dan in een ander register. Hij zong zopas de titelrol in Parijs en heeft alles in huis om deze rol waar te maken. Op dit moment weet ik nog niet hoe het me zal vergaan met Lucia en het dramatische register, maar wat de komedies betreft "hoor" ik de muziek van Donizetti zeer goed. Wat goed werkt, is de integratie van de lichamen van de zangers in de beweging, in de muziek.

Met andere woorden?

Bij Donizetti heeft elke noot, elk akkoord een dramaturgische betekenis, ze helpt het acteerspel en geeft de komedie pit. Je moet dus de muziek volgen. In Don Pasquale is alles tot het minimum herleid: er zijn slechts vier hoofdpersonages, de situatie is gebald, het verhaal rechtlijnig. Je kunt er niets uit schrappen en er evenmin iets aan toevoegen - het is echt geniaal. Het bewijs daarvoor is dat het zeer goed werkt met een eenvoudige productie, met eenvoudige middelen, zonder effecten...

Voor de première van zijn opera in 1843 drong Donizetti zelf sterk aan op de moderniteit van de kostuums en decors: hij wou “eigentijdse” kostuums en vooral niets dat verwees naar de 18de eeuw...

Onze benadering voor deze productie volgt dat uitgangspunt... Ik inspireer me niet op een welbepaalde periode, al is bijvoorbeeld de Italiaanse naoorlogse film voor mij steeds belangrijk als inspiratiebron. Maar ik wil de tijdeloosheid van de situatie benadrukken.

Ik heb steeds gedacht dat in de opera het komische overtuigend brengen veel moeilijker is voor een regisseur dan het tragische... Hoe ziet u dit?

Voor mij is het komische bij Donizetti een evidentie... Als ik bijvoorbeeld terugdenk aan De gouden haan... tiens, nog zo'n verhaal over een ouwe vent! (lacht) Die opera was voor mij een openbaring. In dat verhaal, dat niet zo grappig was, was er toch een komische ondertoon – en dat is wat ik het liefst doe: zelfs in het drama zoek ik graag naar wat er komisch is...